Fases van een puppy

Net zoals het gezegde “al doende leert men” vaak waar is voor mensen, kan het ook gelden voor honden. Puppy’s die goed gesocialiseerd zijn, hebben meer kans om bij honden te komen die goed gesocialiseerd zijn.

 

Een belangrijk deel van de socialisatie van een pup is gebaseerd op de houding van hun moeder – ontspannen of schichtig – ten opzichte van mensen. De manier waarop u met uw nieuwe pup omgaat, kan ook een grote rol spelen. Spelen, aaien en praten met uw pup kan hem of haar helpen de “mensenkennis” te ontwikkelen die nodig is om een goed lid van het gezin en de buurt te zijn.

 

Hoewel het spenen voor puppy’s met zes tot zeven weken kan plaatsvinden, leren ze nog steeds belangrijke vaardigheden van hun nestgenoten als hun moeder hen geleidelijk voor langere perioden verlaat. Puppy’s die ten minste drie maanden bij hun nest blijven, hebben meer kans om goede sociale vaardigheden te ontwikkelen, omdat ze als rolmodel voor elkaar fungeren.

 

Als puppy’s te vroeg van hun nestgenoten worden gescheiden, ontwikkelen ze vaak niet de belangrijkste sociale vaardigheden, zoals het zenden en ontvangen van signalen, het hiërarchieproces (wie heeft de leiding), hoe ver ze mogen gaan in het speelgevecht, welke druk op de mond aanvaardbaar is (geremd bijten), enzovoort. Spelen is belangrijk voor puppy’s. Het verhoogt hun behendigheid, sociale interactie, en helpt hen hun grenzen te leren kennen.

 

Door deze interacties met hun moeder en nestgenoten leren puppy’s wat het betekent om een hond te zijn. Tijdens de eerste acht weken kunnen vaardigheden die niet worden aangeleerd, voor altijd verloren gaan.

 

De meeste honden worden tot een leeftijd van twee jaar als puppy’s beschouwd, hoewel het puppygedrag bij sommige rassen eerder eindigt of langer duurt. De onderstaande fasen zijn essentieel en tamelijk constant. Honden staan echter ook lang na hun puppytijd open voor nieuwe kennis en training. Hier volgen enkele algemene richtlijnen voor de ontwikkelingsstadia van puppy’s.

De neonatale fase: Geboorte tot twee weken

  • De tast- en smaakzintuigen zijn onmiddellijk na de geboorte aanwezig.
  • De moeder heeft de meeste invloed op de pup.

Het overgangsstadium: Twee tot vier weken

  • Moeder en nestgenoten blijven het gedrag van de pup beïnvloeden.
  • De gehoor- en reukzin ontwikkelen zich, de ogen gaan open en de tanden beginnen zich te ontwikkelen.
  • Een puppy begint te staan, een beetje te lopen, met zijn staart te kwispelen en te blaffen.
  • Het gezichtsvermogen van een puppy is goed ontwikkeld tegen de vierde of vijfde week.

De socialisatie fase: Drie tot twaalf weken

  • Een puppy moet in deze fase de kans krijgen om andere huisdieren en mensen te ontmoeten.
  • Met drie tot vijf weken wordt spelen belangrijk als de puppy zich bewust wordt van zijn of haar omgeving, metgezellen (zowel mensen als honden), en relaties.
  • De invloed van de nestgenoten van de puppy neemt met vier tot zes weken toe naarmate hij of zij meer leert over het hond-zijn.
  • Van vier tot twaalf weken wordt de interactie van een puppy met mensen invloedrijker. Met nestgenoten leert de puppy spelen, ontwikkelt sociale vaardigheden, leert de geremde beet, verkent zijn of haar sociale grenzen en hiërarchie, en verbetert de lichamelijke coördinatie.
  • Met vijf tot zeven weken heeft een puppy positieve menselijke interactie nodig als hij of zij nieuwsgierig wordt en nieuwe ervaringen verkent.
  • Met zeven tot negen weken kan een puppy zijn of haar zintuigen volledig gebruiken. Een puppy verfijnt zijn of haar coördinatie en fysieke vaardigheden, en kan beginnen met zindelijk worden.
  • Met acht tot tien weken kan een puppy echte angst ervaren voor alledaagse voorwerpen en ervaringen. In deze fase heeft een puppy steun en positieve bekrachtiging nodig.
  • Het verbeteren van reacties, het bevorderen van sociale vaardigheden met nestgenoten (goed contact), en het onderzoeken van de omgeving en voorwerpen vindt plaats van negen tot twaalf weken. Dit is een goed moment om met elementaire training te beginnen, omdat de puppy zich dan op mensen begint te richten.

De rangschikkingsfase: Drie tot zes maanden

  • Rangorde (dominantie en onderwerping) binnen het huishouden of de “roedel”, inclusief mensen, wordt door een puppy in dit stadium gezien en gebruikt.
  • De speelgroep van een puppy, die nu ook soortgenoten kan omvatten, wordt invloedrijk in zijn of haar leven.
  • Het doorkomen van tanden en kauwen begint.
  • Een puppy beleeft nog een angstfase als hij vier maanden oud is, dus wees voorbereid met positieve bekrachtiging en kennismaking met voorwerpen en situaties.

De adolescentie fase: Zes tot achttien maanden

  • Een puppy wordt het meest beïnvloed door menselijke en honden “roedelleden”.
  • Een puppy kan mensen uitdagen als onderdeel van het verkennen van zijn of haar dominantie in de “roedel”.
  • Met zeven tot negen maanden begint een puppy meer van zijn of haar territorium te verkennen, wat een tweede kauwfase inluidt.
  • Een puppy zal het begin van seksueel gedrag gaan vertonen als hij niet gesteriliseerd of gecastreerd is.